Voorgeschiedenis
De welvaart was in de jaren de zestig enorm toegenomen met als gevolg dat Jan Modaal zich ook een auto kon veroorloven. De enorme groei van het aantal personenauto’s zorgde voor een afname van het aantal reizigers waardoor NS genoodzaakt was een plan te bedenken om de reiziger terug in de trein te krijgen. Het resultaat was een plan genaamd “Spoorslag’70” dat in 1969 gepresenteerd werd. Het plan omvatte onder andere een forse uitbreiding van het aantal intercitysteden en een verhoging van het aantal treinen tussen die steden. Kenmerkend voor dat plan was dat ondanks de enorme toename van het aantal intercities er maar een klein aantal extra (nieuwe) locomotieven nodig was. Dat betekende dus dat de reeds aanwezige locomotieven en dan met name de 1200’en veel meer kilometers moesten gaan maken om de nieuwe dienstregeling succesvol uit te kunnen voeren.
In datzelfde jaar toog een delegatie van NS naar Engeland waar op 20 augustus een proefrit gemaakt werd met een locomotief uit de E27000 serie (EM2, Class 77, 27000, E27000 om precies te zijn) van British Rail. Het was de 27002 (Aurora) die een reizigerstrein trok die bestond uit vijf rijtuigen. British Rail had namelijk zeven locomotieven aan de kant staan waarvoor geen emplooy meer was. De zeven locomotieven hadden elk nog geen miljoen kilometer gereden wat relatief weinig is voor een locomotief van 14 jaar oud. De E27000s deden dienst op de Woodhead lijn die loopt van Manchester naar Sheffield en waar zij actief waren in de reizigersdienst. In 1968 werd de reizigersdienst van deze locomotieven overgenomen door het kleinere zusje, de 26000s. Dat was echter van korte duur omdat de reizigersdienst in januari 1970 volledig gestaakt werd en in 1981 werd de lijn volledig opgeheven. Het bijzondere van de Woodhead lijn was dat zij volledig geëlektrificeerd was en dat er 1500 volt gelijkspanning gebruikt werd. Bij ingebruikname van de lijn begin jaren 50 was duidelijk geworden dat het 25kV AC systeem meer voordelen bood, zodoende werd de order van 27 stuks bijgesteld naar 7. De 27000 serie is in opdracht van British Railways gebouwd in de periode 1953-1954 in de “Gorton Works” te Manchester. De electrische installatie is van Metropolitan Vickers en is in Dukinfield ingebouwd.
De ombouw
Nog datzelfde jaar, om precies te zijn op 29 september 1969, werden de locomotieven op de boot gezet en verscheept van Harwich naar Zeebrugge. De dag erna gingen de locomotieven door naar Tilburg, de 27002 “alleen” voorop en de andere zes in twee groepen van drie achter de 27002 aan. Ondanks het feit dat de locomotieven ook voor 1500 volt gelijkspanning geschikt waren diende er toch het een en ander aangepast te worden alvorens ze op de nederlandse spoorwegen ingezet konden worden. Van de locomotieven zou de komende maanden niets meer vernomen worden, behalve dan van de 27002, die reed regelmatig proefritten in combinatie met een 1100 of 1200 als angstloc. De 27002 had in die periode nog de kenmerkende British Rail outfit.
Zo werd bij de ombouw het remsysteem vervangen door een compleet ander remsysteem. De opvallende stroomafnemers werden vervangen door éénbeens stroomafnemers. De front- en sluitenseinen werden aangepast maar ook de electrische installatie moest onder handen genomen worden. Natuurlijk werden de locs ook van ATB voorzien. De meeste gecompliceerde wijziging omvatte de verplaatsingen van de stuurstand, die moest van links naar rechts verplaatst worden. De locomotieven hadden ook nog een stoomverwarmingsketel aan boord. Die was natuurlijk niet meer nodig en werd gedemonteerd. De vrijgekomen ruimte werd gebruikt voor het plaatsen van twee extra compressoren. De draaistellen bleken bij inspectie haarscheurtjes te vertonen, die problemen werden verholpen en de draaistellen werden ook nog eens verstevigd. Dat alles leidde ertoe dat “pas” op 5 mei 1970, zeven maanden later, de 1501 haar eerste officiele proefrit kon maken en op 12 juni 1970 officieel in dienst genomen kon worden. In totaal zouden zes van de zeven locomotieven in Tilburg omgebouwd worden tot NS serie 1500 (1501-1506). De zevende locomotief (27005) werd gebruikt als “plukloc”, dat wil zeggen onderdelenleverancier voor haar zes soortgenoten. NS had immers geen onderdelen van deze serie in de magazijnen. De bak van de 27005 werd in Mijdrecht bij de firma Koek gesloopt. De locomotieven gingen in het begin in onderhoud bij de werkplaats Maastricht, later werd dat Tilburg.
Kleurstelling
De locomotieven verschenen bij NS in de nieuwe geel/grijze huisstijl waarbij zij de eerste serie was die volledig grijs/geel op de baan verscheen. Bij British Rail hebben de locomotieven drie kleurstellingen gehad. Af fabriek was de 27000 serie zwart van kleur met rode sierlijnen en bufferbalk maar al in 1958 werden de locomotieven donkergroen met een rode bufferbalk en geel vlak voorop de cabine. Daarnaast kregen de locomotieven een wit dak en werden zwarte en witte sierlijnen aangebracht. Tenminste één loc zou ook de blauwe AC liverij gehad hebben. In Engeland is het ook gebruikelijk dat locomotieven naast een nummer, dat altijd bij nul begint, ook voorzien zijn van een naam. Bij de 27000 serie waren dat namen van Godinnen en die naam kregen ze in de periode 1959-1960. Bij NS hebben de locomotieven nooit met naamplaat en fabrieksplaat gereden. De (ver)nummering en naamgeving was alsvolgt:
NS nummer | BR nummer | Naam | In dienst | Status |
---|---|---|---|---|
1501 | 27003 | Diana | 12 juni 1970 | Werkgroep Loc 1501 |
1502 | 27000 | Electra | 5 oktober 1970 | EM2-society |
1503 | 27004 | Juno | 10 december 1970 | Gesloopt 10-1986 |
1504 | 27006 | Pandora | 17 februari 1971 | Gesloopt 02-1985 |
1505 | 27001 | Ariadne | 16 april 1971 | Museum of Science and Industry |
1506 | 27002 | Aurora | 24 juni 1971 | Gesloopt 02-1985 |
Plukloc | 27005 | Minerva | – | Gesloopt 11-1969 |
In 1996 heeft de 1501 een metamorfose ondergaan. Vanwege het op handen zijnde 10-jarig jubileum van de Werkgroep Loc 1501 is de loc omgeschilderd in haar (originele) fabriekskleuren. Ook zijn toen alle oorspronkelijke nummer- en fabrieksplaten weer aangebracht en als klapstuk heeft onze “Diana” haar Griekse godinnennaam en tijdelijk haar originele Britse nummer 27003 weer teruggekregen. In 2000 heeft Diana haar zwarte godinnenjas weer verruild voor het grijs/gele NS kleurenschema, eerst nog met gele front- en sluitseinen en sinds 24 augustus 2003 weer met grijze.
De inzet
De 1500’en werden in het begin van hun loopbaan ingezet op de volgende trajecten:
- Venlo-Rotterdam (reizigerstreinen)
- Hoek van Holland – Utrecht (internationele trein D237/D230)
- Rotterdam – Roosendaal – Blerick (goederentreinen)
- Den Haag – Gouda (reizigerstrein)
Later zijn zij vooral beroemd geworden doordat ze hoofdzakelijk werden ingezet op het traject Den Haag – Venlo waar zij reizigerstreinen reden. Op datzelfde traject reden zij ook goederentreinen tussen Kijfhoek en Venlo.
Vooral voor goederentreinen was de loc geschikt. De tractiekarakteristiek is zodanig dat tot een snelheid van circa 90 km/uur een bijzonder grote trekkracht beschikbaar is. Boven de 90 km/uur loopt de trekkracht snel terug waardoor het relatief lang duurt voordat een zware reizigerstrein de 130 km/uur haalt. In de praktijk waren reizigerstreinen van niet meer dan 6 rijtuigen het maximum om de dienstregeling nog goed uit te kunnen voeren.
De aftocht
In 1980 verscheen de 1601 als eerste lok van de serie 1600 op de baan. Er zouden in totaal 58 locomotieven van dit type gebouwd gaan worden. Deze serie was bedoeld om, naast uitbreiding van het locomotievenpark, de oude elocs serie 1000, 1500 en een deel van de serie 1100 te gaan vervangen. Naarmate steeds meer 1600’en instroomden verdwenen als eerste in 1982 de locs serie 1000 waarna in de jaren 1985 en 1986 de zes 1500’en van het toneel verdwenen.
Museaal voortbestaan
Naast de 1501 die bij de Werkgroep Loc 1501 is ondergebracht zijn nog twee locomotieven bewaard gebleven, de 1502 en de 1505. Deze twee locomotieven zijn teruggegaan naar Engeland waar de 1502 verblijft in Butterley bij de EM2-society en de 1505 die verblijft in het Museum of Science and Industry te Manchester. De 1505 is nog steeds grijs/geel en zal dat ook altijd blijven. Destijds kon de loc overgenomen worden mits zij haar NS kleurstelling zou behouden. De 1502 daarentegen heeft alle verschillende kleurschema’s al gehad, van groen eind jaren 80 (gastoptreden NS 150) naar blauw in 1996 en zwart in 2004 (50 jaar na opening Woodhead lijn). Naast de twee locomotieven zijn nog twee draaistellen bewaard gebleven van de 1503 die bij de Middleton Railway in Leeds staan.